The UB Hank Band

UB Tony / UB Brian deel 2 door Henk Doove jr

Filed under: Drum talk — 3 januari 2001 @ 9:27 pm

Beste leden, gitaristen, bassisten, toetsenisten en drummers,

Na een akkoord van de redactie nu dan m’n beloofde vervolg van de drumrubriek. Tot mijn verbazing zijn er al heel wat leuke reacties op de vorige rubriek gekomen, zelfs vanuit België en Duitsland. Mijn dank daarvoor.

Ik wil het nu hebben over de sound van de jaren zestig en wel wat betreft de drumvellen en een sluier van het stemmen oplichten. Dit staat echter los van welk merk drumstel je bezit. Immers niet iedereen heeft een Gretsch, Premier of Ludwig uit die tijd. We leven nu in ‘t jaar 2000 en er is een overvloed aan merken en soorten vellen te koop. Dit geldt natuurlijk ook voor gitaarsnaren, merken en soorten te veel om op te noemen.

Na het jarenlang gebruik van natuurlijke vellen (meestal kalfsvellen) kwam 146;t tijdperk van kunststofproducten n.l. plasticvellen op de markt. In de jaren 50 begin 60 was dat wel wennen. Een totaal ander geluid, minder warm van toon maar wel veel harder. Het grote voordeel was dat je niet tijdens een optreden zo’n 10 of 20 keer moest bijstemmen en na enkele optredens je kalfsvellen van de houten hoepel af moest weken in water en weer opnieuw om de hoepel rollen en op je trommels monteren, laten drogen en op stemming brengen. In die tijd was spelen in een band als drummer soms irritant.

Indien er op je speellocatie een deur open ging en de kou die binnenkwam beving je vellen, dan zakte de stemming à la minute en bij een volle zaal waar de temperatuur in de loop van de avond steeg stonden je vellen bijna op springen. Dus je begrijpt, de hele avond had je de stemsleutel ter hand.

Ik zat nog op de MULO school als jongen van 14 jaar toen ik begon als drummer in een dixieland band; je weet wel met een zeepkist met 1 snaar als contrabas. Bij mijn opa in de schuur heb ik toen m’n eerste drumstel zelf gebouwd van hardboard ketels, spanners van fietsstuurpennen en spanranden van bandijzer. Vellen maakte ik zelf van kalfsblazen, die ik bij het slachthuis haalde. Ze moesten dan nog geknipt en gelooid worden. Dat deed ik in een bad van een mengsel met aluin en andere componenten. Maar je begrijpt dat m’n ouders heel wat hebben moeten slikken als ik met een zak pakweg 10 à 12 varkensblazen thuiskwam waar een tuitje van de pisbuis nog aanzat. Het hele huis stonk wel een halve dag naar varkenspis. Maar dat is lang geleden, er is veel veranderd.

Terug naar het heden. Ik kan natuurlijk aanbevelingen doen welk vel op welk drumstel, maar dat hangt ook weer af van welke houtsoort je drumstel is gemaakt en de diepte van je drumketels. Merken zijn er tegenwoordig zoveel bijv. Remo, Evans, Aquarian, Ludwig, Premier, JZ enz. Soorten: teveel om op te noemen.

Ik zal me beperken tot het (meestgebruikte) merk Remo. Brian en Tony gebruikten ook Remo vellen. Soorten dus:

  • Weather King Remo, hieronder vallen white coated, clear (doorzichtig) en smooth white (gladde witte vellen). Dit zijn echter de oudste nog steeds bestaande vellen (al +/- 40 jaar op de markt).
    Pinstripe (dubbellaags)
  • Fiberskin 1 en 2 en 3 (imitatie natuurvel)
  • Powerstroke (met dunnen demprand)
  • CS dot (met een zwarte ronde dot in ’t midden)
  • Ebony (Zwarte vellen)
  • En eind jaren ’90 de Renaissance (nieuwe plasticsoort, kleur lichtbruin).

Dan zijn er natuurlijk allerlei diktes. Snaren van gitaren hebben b.v. 0.09, 0.010, 0.011, 0.012 enz. Bij de vellen voor slagwerk is dat genoemd: diplomaat 750), ambassador (1000) en emperor (1400). De emperors zijn dubbellaags vellen.

Welnu, je speelt in een Shadows band en je wilt een jaren 60 sound à la Tony Meehan of Brian Bennett. Hierboven een heel verhaal, maar je kunt dat wel vergeten. In die tijd waren er immers niet zoveel velsoorten. De meest gebruikte was Remo White Coated Wheather King of Premier vellen. Dus monteer nooit een Pinstripe, CS dot of Fiberskin op je drumstel als je de sixties sound verlangt. Een nadeel hebben die Weather Kings wel, ze zijn enkellaags en moeten eerder vervangen worden. Dubbellaags vellen hebben een langere levensduur alhoewel ze na 2 à 3 maanden al gauw als een kartonnen doos (vooral Pinstripes) gaan klinken. Gebruik zeker nooit Evans z.g.n. blauwvellen, in de volksmond olievellen genaamd, want die klinken echt als verhuisdozen. Op deze vellen moet je niet slaan, maar beuken wil je een klank krijgen. Techniek is dan bijna niet meer te doen. Trouwens Pinstripes werden vroeger ook als olievellen verkocht, maar er was alleen lucht tussen (vocht). Doordat men toen naar olievellen vroeg, haakte Evans daarop in en ging toen blauwe dubbellaags met een paar druppels olie ertussen op de markt brengen. Vervang in ieder geval je drumvellen tijdig, hangt af van hoeveel keer je speelt. Een gitarist vervangt ook z’n snaren als de sound eruit is, dus “wij” ook toch. Alleen een gitarist is er sneller mee klaar dan een drummer. Maar ja, er zijn ergere dingen voor te stellen: denk er eens aan om een harp van nieuwe snaren te moeten voorzien. Ha!Ha!

Een probleem ontstaat beste drummers, als je Shadows muziek van latere data wilt spelen. Bennett in een periode op Pearl drums zonder ondervel en géén open sound, maar popachtige, afgeplatte studio sound uit de zeventiger jaren. Advies: Kies de gulden middenweg en neem dan bovenvel Emperor Clear (Remo) en Ambassador Clear (Remo) onder. We hebben het tot op heden alleen over de hangtroms en staande troms. Voor de snare drum is het meest gebruikte een Ambassador White Coated boven en een Diplomat of Ambassodor Clear onder. Speel je ook met brushes, dan altijd coated nemen anders hoor je ze niet . Wat betreft de bass-drum is tegenwoordig een persoonlijke keus. Daar wil ik het later nog wel over hebben. Maar ja voor de jaren 60 sound geldt hier ook weer Weather King Coated of Smooth White Ambassador of Emperor met voor en achter vel voorzien van een vilten band 7,5 cm breed als demper. Zie foto’s van Bennett uit die tijd, dan zie je die band horizontaal onder aan ’t vel.

Stemmen van de vellen:
Dit is een onderdeel waar ik een volgende keer over zal schrijven, alhoewel het moeilijk te bewoorden valt.
Wel alvast een paar tips:

  • Vervang nooit alle vellen tegelijk, maar per trommel, dan behoud je nog een vergelijk als je drumset op de juiste stemming staat.
  • Probeer nooit een toon te bereiken, bijv. een A op de floortrom enz. Gevolg kan voor de gitaristen als vals klinkend in het geheel worden ervaren.
  • Stem je bass-drum neutraal mogelijk alsof er geen echte toon inzit, anders stoor je de bassist. Probeer je drumset zo te stemmen dat je niet hoeft af te plakken, laat de ziel in je trommels zitten. Heb je wel eens een gitarist tape op z’n snaren zien plakken?

Als je goed stemt onder en boven, dan hoef je niets af te plakken. Hoor je 145;ring’ van de vellen dan is dat over ’t algemeen normaal, als je in de zaal staat is dat weg. Zou je een sound ontwikkelen zonder enig bijgeluid dan is dat in de zaal alsof je op karton zit te slaan, of te wel een Marvin sound van het nummer The Savage maar dan zonder echo…!

Ik moet nu helaas dit verhaal besluiten, anders wordt het een boekwerk i.p.v. een rubriek. Ik hoop tevens dat ook de gitaristen hiermee een indruk hebben gekregen wat een drummer moet “doen” en wie hij “is” om jullie een mooie begeleiding te geven. Veel succes toegewenst.

Voor vragen en conversatie ben ik bereikbaar via onze club.

Met muzikale groet,

UB Henk
p>